Social design als aanjager voor een domein-overstijgende ontwikkelstrategie voor het Metroplein in Hart van Zuid

internNews

Image

Om integrale participatie in gebiedsontwikkeling voor elkaar te krijgen verdienen eindgebruikers een stem in een vroeg stadium van de opgave. Juist dan kunnen ruimtelijke en sociale kansen worden gecombineerd. Dat is het advies van social designers Arttenders naar aanleiding van een recente verkenning die ze uitvoerden in samenwerking met Karres en Brands, bureau voor landschapsarchitectuur en stedenbouw, en gemeente Rotterdam. De verkenning vond plaats in het kader van de Voucherregeling Ruimtelijk Ontwerp van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Tekst: Fay van der Wall

Arttenders en Karres en Brands werkten samen met ontwikkelcombinatie Hart van Zuid en Gemeente Rotterdam aan een ontwerpend onderzoek naar de gebiedsontwikkeling van het Metroplein bij metro- en busstation Zuidplein. De plek is onderdeel van de grotere transformatie van Hart van Zuid, maar blijft daarin voorlopig onveranderd. 

Image

Arttenders is bekend met het gebied; ze maakten er eerder de ontmoetingsplek The Splash, wat tot stand kwam met kunstenaar Cindy Bakker. Siobhan Burger, partner bij Arttenders vertelt daarover: “Toen we aan The Splash werkten, merkten we dat de Karres en Brands al een visie op het gebied had en ons werk daar als een nieuwe laag overheen kwam. Toen we daarover achteraf met elkaar in gesprek gingen, kwamen we samen tot de conclusie dat we grotere impact hadden kunnen maken als we veel eerder in het ontwerpproces in dialoog waren gegaan. Het had tot een minder tijdelijk en minder reactief ontwerp kunnen leiden. Vanuit dat idee zijn we blijven praten met zowel Karres en Brands als Gemeente Rotterdam, om te verkennen hoe een volgende samenwerking eruit zou kunnen zien.”

Image

Niemandsland met overlast

Een specifieke uitdaging werd gevonden in het Metroplein, waar in een latere fase van de ontwikkeling gebouwd gaat worden, maar wat nu een soort niemandsland is. Burger: “Het is een grootstedelijke plek, tussen de pijlers van de metro, omringd door veel grauw beton.” Het gebied kent verschillende groepen gebruikers: mensen die vanuit station Zuidplein richting Ahoy lopen, of juist naar het station toe gaan. Er bevindt zich een aantal locaties voor maatschappelijke opvang: nachtopvang de Meerpaal van het Leger Des Heils, waar voornamelijk volwassen mannelijke dak- en thuislozen verblijven en een dagbestedingslocatie van Parnassia. De verschillende groepen leven nu langs elkaar op deze plek, waardoor niemand zich er welkom voelt. Burger: “Een gebrek aan eigenaarschap zorgt voor weinig sociale controle waardoor veel overlast wordt ervaren, met name veroorzaakt door dak- en thuislozen en rondhangende jeugd. Het startpunt van ons onderzoek was om er een plek van te maken waar mensen elkaar juist ontmoeten in plaats van ontlopen.”  

Image

Arttenders en Karres en Brands gingen in gesprek over op welke wijze de opgave vanuit zowel ruimtelijke als maatschappelijke behoefte bekeken kon worden en vroegen ook kunstenaar Onno Poiesz bij hun ontwerpteam. Hierbij keken zij integraal naar de opgave vanuit de hardware, de software en de orgware. Burger: “In gebiedsontwikkeling wordt er vaak gestuurd vanuit de hardware: de ruimtelijke interventie. Maar zo’n plek heeft betekenis, mensen gebruiken het, ontmoeten elkaar, er is programma: de software. Om dat voor elkaar te krijgen op een plek zijn er allerlei organisaties werkzaam en dat noemen we de orgware. Hardware, software en orgware zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wij vinden dat daar in het bestaande systeem van gebiedsontwerp onvoldoende aandacht voor is.” De aanleiding voor de opgave van het Metroplein was die van hardware; de ruimtelijke ingrepen in de locatie. Maar Arttenders startte het onderzoek bij de software met de vraag: wat is er nodig op die locatie? Welke problemen zijn er en wat is er nodig om die op te lossen? De verschillende stakeholders uit het gebied kregen een stem: bewoners, ondernemers, de gemeente, de RET, de maatschappelijke organisaties. In de vorm van gesprekken en workshops werd gezocht naar behoeften en kwamen kernwaarden in beeld die het toetsingskader voor het programma en het ontwerp vormen. Die aanpak leidde tot een advies waarin de ruimtelijke component volgend is op de software en beschikbare orgware, legt Burger uit: “We kwamen erachter kwamen dat die plek veel meer software, veel meer programma nodig heeft. Om dat voor elkaar te krijgen moet iemand de taak op zich nemen dat te trekken en te faciliteren. Als je dat niet doet op dit moment laat je kansen liggen om de lokale gemeenschap te versterken, maar schuif je ook problemen vooruit die in de loop van de tijd alleen maar zullen verergeren.

BOWLINGBAAN EN HEITJE VOOR KARWEITJE


Als resultaat van de verkenning ligt er nu een advies met aantal heldere aanbevelingen voor de verdere ontwikkeling van de plek, met een sterke samenhang tussen ruimte, programma en organisatie. Er liggen grote kansen om de locatie te verbeteren voor de gebruikers ervan. Een voormalige bowlingbaan is een uitgelezen locatie voor maatschappelijke programmering, gericht op wijkbewoners. De tijdelijke fietsenstalling die daar nu pal voor de deur gepland staat, wordt in het advies opgetild, zodat daaronder ruimte voor ontmoeting ontstaat. Een derde kans richt zich op de dak- en thuislozen die zich er bevinden. In aantallen zijn zij maar een klein percentage van de mensen die zich in die ruimte bevinden, maar ze hebben er wel veel impact op, legt Burger uit: “We doen de aanbeveling om hen actiever te betrekken bij de plek. Dat is een complexe vraag, want het zijn mensen die komen en gaan en waar je geen formele arbeidsrelatie mee aan kunt gaan om uiteenlopende redenen. In overleg met het Leger des Heils kwamen we op een concept als ‘heitje voor een karweitje’ uit, waarbij je informele en tijdelijke arbeidsrelaties aangaat, waarmee mensen iets extra’s kunnen verdienen. Het biedt enerzijds zingeving en zorgt ervoor dat zij een verbinding met de plek aangaan. Tegelijkertijd gaat het niet ten koste van een uitkering, wat voor deze doelgroep het stabiele inkomen vormt, wat een randvoorwaarde is voor een sociale huurwoning en dus een dak boven hun hoofd.” Project- en procesmanager Amber Leijen vult aan: “Deze mensen zijn daar, dat is een gegeven. Door ze juist te betrekken en eigenaarschap te geven omarm je hen. Wij denken dat dat veel effectiever is dan ze weg te duwen of onzichtbaar proberen te maken.” De programmeringsbehoefte komt samen in een concreet voorstel voor een ruimtelijke interventie voor de transitieperiode en faciliteert de eerdergenoemde aanbevelingen.”

Image

De gebiedsontwikkeling Hart van Zuid kent veel bovenregionale functies. Dat leidt tot een gebied waar lokale bewoners en met name bewoners die minder te besteden hebben, niet altijd een plek krijgen. Berrie van Elderen, projectleider bij Karres en Brands: “In de co-creatiesessies werd meteen duidelijk dat die vraag er wel ligt en dat deze locatie ook kansen daarvoor biedt. Door dit als uitgangspunt te nemen, kon het ruimtelijk ontwerp beter aansluiten op lokale behoeften en een plek bieden die gericht is op lokaal eigenaarschap. Daarmee is het een toepasselijke, nodige aanvulling op de programmering en ontwikkeling van Hart van Zuid geworden.”

Meer weten over dit project? Wij vertellen er graag over! Je kunt ons bereiken per mail op faye@arttenders.com of op +31 (0) 10 230 93 99